Sinds 2 weken steek ik met liefde de handen uit de mouwen in de zorg. Op een afdeling voor dementerenden om precies te zijn. Ik was 20 jaar geleden IC verpleegkundige en deed tijdens de basis opleiding tot verpleegkundige een achttal stages bij onder andere: een dagbehandeling voor dementerenden, de psychiatrie en bij verstandelijk gehandicapten. Omdat het zo lang geleden was en mijn BIG registratie verlopen geloofde ik eigenlijk dat ik ‘niks meer wist’. Toch was mijn drive om bij te dragen aan de maatschappij groter en ging ik aan de slag. Nu, twee weken verder, heb ik enkele belangrijke lessen geleerd die ik graag met je deel.
1- jezelf onderschatten is een kwaliteit
Jezelf onderschatten hoeft niet te betekenen dat je dan maar niet in beweging komt. Een roep die je hoort kan sterker zijn! Verder doe ik nooit onverantwoordelijke dingen. Extra kijken, meedoen en laten controleren zijn van belang. Ik geef het aan in de groep welke voorbehouden handelingen ik die dag graag wil meemaken zodat ik ze weer onder de knie kan krijgen. Van medicijndelen tot zwachtelen van oude benen, ik word geroepen als het zover is. Verder snuif ik de mooie voorbeelden op van oude rotten in het vak van hoe je omgaat met mensen die letterlijk en figuurlijk de weg kwijt zijn. En ondertussen blijk ik meer te kunnen dan ik had gedacht. Mocht je het nog niet gelezen hebben, dit is m’n blog van de eerste avonddienst.
2- mooie herinneringen maken is essentieel
Dementerende mensen leven in het verleden. Er komen mooie verhalen boven over varen op zee, over de liedjes die werden gezongen met het gezin rond de piano. Nu mooie herinneringen maken is belangrijk. Genieten van een wandeling nu dat in ons land nog is toegestaan bijvoorbeeld. Wetende dat we daar ons leven op terug zullen kijken. En hoe bijzonder, dat we zoiets waar we vroeger niet bij stil stonden nu zo’n genietmoment is! Dus herinneringen maken is niet alleen goed voor later, het is ook fijn voor nu.
3- aanwezigheid geeft een veilig gevoel
Dementerende mensen leven ook in het nu. Het nu wordt als fijn ervaren als ik als verzorgende aanwezig ben met liefde. Als ik oogcontact maak en liefdevol mee ga in de belevingswereld van dat moment. Als ik knuffel, dezelfde beweging meemaak en liedjes zing van vroeger. Ik straal er veiligheid mee uit. Dat kan ik alleen als ik ook die veiligheid in mezelf ervaar. En juist dát heb ik geleerd door te trainen met klaagvrij leven. Meer in het hier en nu zijn, ingecheckt. Door die aanwezigheid vertel ik m’n lichaam dat het veilig is. Mijn kinderen reageren er goed op. De bewoners in het verzorgingshuis ook. Maar dat begint dus bij mij. Hoe ik dat doe nu in deze tijd? Dat vertel ik je in een volgend blog.
Of schrijf je in voor het klaagvrij nieuws.
Liefs,
Sandra